Episode Transcript
[00:00:06] Speaker A: Hallo Helen, hier zitten we op de vaste plek om een podcast op te nemen over de geweldige reis die je hebt gemaakt. Want je bent nog niet zo lang geleden teruggekomen uit Cuba en Colombia. Nou, daar komt ook niet iedereen zo even.
[00:00:21] Speaker B: Nee, twee zees, he. Twee landen met een zee. En ja, ik vind het hartstikke mooi dat ik hier mag zitten een keer.
[00:00:28] Speaker A: Ja leuk, gezellig en we gaan er even over praten, want er is weer veel gebeurd. Je bent solo gegaan, alleen gegaan. Dat is toch wel een heel avontuur. En ja, eerst naar Cuba, daarna naar Colombia. Maar laten we even beginnen met Colombia, want daar begint het ook eigenlijk. En weet je eigenlijk hoe we daar terecht zijn gekomen?
[00:00:48] Speaker B: Nee, helemaal niet. Ik weet wel dat Dat het te maken heeft met jou.
[00:00:53] Speaker A: Ja, dat klopt. Dat is al heel wat jaar geleden hoor. Het is echt wel meer dan twintig jaar geleden.
[00:01:02] Speaker B: Volgens mij is het wel zelfs dertig jaar geleden.
[00:01:05] Speaker A: Dat zal best.
Dat zal best... We worden oud en de tijd gaat snel. Ik kan me het nog wel heel goed herinneren. Want ten eerste toen mensen in die tijd hoorden, dat is dan zo 30 jaar geleden, dat ik naar Colombia ging. Toen was erg in het nieuws al dat geweld wat daar gebeurde met die bendes enzo. Dus ik weet nog dat ik heel wat telefoontjes kreeg om niet te gaan, want het was te gevaarlijk.
[00:01:31] Speaker B: Dat begrijp ik eigenlijk best, hè? Dat is reëel, hè?
[00:01:34] Speaker A: Ja, dat is reëel. Maar ik had een uitnodiging gekregen voor een conferentie. En ze zouden m'n ticket betalen en ze zouden dit en dat en zus en zo. Nou, uiteindelijk, ja, die ticket, dat lukte nog niet. Maar dat zou ik dan terugkrijgen als ik er was. Die hadden we dan maar geboekt en ging ik er naartoe. Nou, uiteindelijk was het dus allemaal helemaal niet zoals beloofd of gedacht. Dus ik weet nog heel goed, ik had één dienst uiteindelijk en toen zat ik in een klein zaaltje ergens achter. En daar hadden ze me dan een vertaler gegeven die totaal niet kon vertalen.
[00:02:10] Speaker B: Nee, daar heb ik ook ervaring mee.
[00:02:12] Speaker A: Oh man, en dit was, ik weet nog heel goed dat ik dacht, laat er iets met hem of met mij gebeuren, maar heer, verlos ons van dit lijden, want het was niet... En hij wist het gewoon niet. Hij was zenuwachtig, maar kende ook geen Engels. Dus ik kon niet echt preken. En uiteindelijk gewoon een beetje praten en bidden. En toen na de dienst toen, ja ik liep eigenlijk verslagen en teleurgesteld het podium af. En ik dacht nou ben ik nou hier voor hier gekomen helemaal. En al de moeite enzovoort enzovoort. En toen kwam er een man naar me toe en dat was Leonidas.
[00:02:45] Speaker B: Oh, meen je dat?
[00:02:46] Speaker A: Ja, en Leonidas die zegt, oh pasten, ik heb zo genoten van uw woord. Ik denk nou, ik weet niet naar wie jij hebt geluisterd, want dat kan toch niet deze boodschap geweest zijn. En hij sprak toen ook geen woord Engels eigenlijk. Nee nog steeds niet. En toen zei die wil je vanavond komen naar onze kerk. Ik vergeet even nou de naam van alle natieën. En die kwam daar binnen s'avonds, want ik deed dat natuurlijk. En ze hadden op de muur getekend allemaal vlaggen, maar ze waren nog nooit naar het buitenland geweest. En er was geen buitenlander nog daar geweest, maar het heette wel de kerk van alle natieën.
[00:03:22] Speaker B: Nou ja, hebben ze wel visie, hè?
[00:03:23] Speaker A: Ja, dat hadden ze zeker. En toen leefde zijn broer nog, zijn andere broer.
[00:03:28] Speaker B: Oké.
[00:03:28] Speaker A: En die was de hoofdpaster toen.
[00:03:30] Speaker B: Je bedoelt niet Victor Hugo?
[00:03:31] Speaker A: Niet Victor Hugo. Oh, die ken ik dan niet. Ze hadden nog een broer. En die was toen de hoofdpaster. En ze hadden daar wel een goede vertaler. En die dienst was gewoon knal. En toen werd er iets geboren tussen ons, werden we geknekt.
[00:03:45] Speaker B: Mooi.
[00:03:46] Speaker A: En dat was wel leuk, want soms denk je dat de Heer je stuurt. Ik moet vaak denken aan Paulus. Die zag die man in die droom, die zei kom over en help ons. Maar het was eigenlijk niet die man, het was die vrouw. Lydia, de purperverkoopster die hij moest ontmoeten. Maar als de Heer die vrouw had laten zien, dan had Paulus nooit gegaan. Want dan had hij gezegd, dit is niet van God, dit is van het vlees. Maar zo zie je hoe God soms... de dingen zo brengt en doet, zodat we gehoorzaam kunnen zijn. Dus ik was gegaan. Nou en toen is Colombia eigenlijk de eerste plaats geworden waar wij oogstijds zijn, we noemen het Buiten Nederland. Dus dat was ook in die tijd. En sindsdien, jij bent er een paar keer, hoeveel keer ben je er nou geweest?
[00:04:28] Speaker B: Ik ben drie keer naar Colombia geweest, maar even om daarop in te haken. Dus als ze me dan voorstellen daar in de dienst, dan gaat het eigenlijk ook niet over mij die ze voorstellen, maar het gaat over het contact wat de kerk heeft, wat de voorgangers hebben met het zendingswerk hier en met jou, want ze willen natuurlijk eigenlijk dat jij komt, maar oké, gelukkig zijn ze inmiddels.
[00:04:53] Speaker A: Blij dat ik ben geweest.
[00:04:56] Speaker B: Maar dan gaat het over het contact en het zendingswerk hier... waarmee ze al zoveel jaren verbonden zijn. En dat vinden ze zo bijzonder, John. En dat is niet alleen daar, maar dat is ook precies in Cuba zo geweest.
[00:05:12] Speaker A: En dat is natuurlijk ook wel wonderlijk, want je praat dan over zo'n dertig jaar. Hun zijn ook door dingen gedaan, en wij. En wij hebben trouwens hun ook een paar keer hier gehad en gesproken voor de verbinding. En hij spreekt nog steeds. Vaak op onze scholen in Brazilië, met broeder Jeremias. En dan regelen wij en kopen wij van hieruit de ticket. En dan geeft hij lessen op de scholen in Brazilië. Maar dus het contact ligt er al lang. En via hem, of hen eigenlijk. Nu dus is Victor Hugo hoofdpastor met Leonidas en zijn vrouw Christina. En via hen zijn we dan ook naar Cuba gegaan. Nou, begin nou maar even te vertellen over je reis nu. Ik weet niet hoeveelste keer dat we naar Cuba zijn gegaan. Ik ben er ook zelf geweest. Jij bent er al geweest.
[00:06:03] Speaker B: Ja, ik weet het. Jij was daar toen ik er net niet was.
[00:06:07] Speaker A: Nee, klopt.
[00:06:07] Speaker B: Daar precies hetzelfde verhaal. Ze hebben het over het zendingswerk hier en over David en over jou en hoe wij dan daar vertegenwoordigen. Dat vinden ze zo bijzonder. En Cuba, het heeft wel een beetje ook m'n hart, hoor. Want het is een zo'n bijzonder land. En weet je wat ik... Een van de dingen die er uitschieten van wat ik dan heb onthouden... Ja, heel veel dingen, maar dat is de honger naar God. Het is ongelooflijk de honger naar God. Ik weet niet waar ik moet beginnen, maar bijvoorbeeld even, we hadden een vrouwendienst op een zaterdag. Elke dag had ik daar dan een dienst, mocht ik spreken en dan waren daar of voorgangers met zendelingen. Ja en dan dacht ik John, ik denk... Ja, ik moet spreken voor de voorgangers. Ja, dit hoort eigenlijk John te doen, dacht ik dan, weet je wel. Maar dan onthoud ik maar elke keer wat jij toen zei van Helen. Je wordt gezonden. En dan zei ik tegen mezelf, nee, ik ben gezonden. De heren zijn mij. En dan gaf me dat weer moed en dan sprak ik voor die voorgangers. En ik had het eigenlijk over de vallei waar we dan wel eens doorgaan van Psalm 84. En toen was daar onder andere ook de presbyter van 16 kerken daar.
[00:07:35] Speaker A: Dat is de overseer.
[00:07:36] Speaker B: Ja, de overseer. Ook andere voorgangers en ook leiders waren daar. Pastor Rafael was best wel een beetje nerveus, want hij dacht... Hij komt daar en daardoor werd ik weer nerveus natuurlijk. Maar toen, de Heer was echt met me. En toen aan het einde, ik had nog niet de uitnodiging gedaan. Of wie staat er als eerste vooraan? De presbyter met zijn vrouw. En zo'n nederig hart en zoveel liefde. En ja, ook die honger weer naar God. Nou, dan was er een andere dienst.
Even om leuk te vertellen, smorgens, ik had een kamertje en die heeft dan jaloesie maar van metaal. Dus ze hebben geen echte ramen, maar metaal. En smorgens om vijf uur zo, half zes, ik denk wat Wat hoor ik achter me? En het was er sneek heet, echt sneek heet. En er was geen elektriciteit, dus ja, er was ook geen ventilator of zo. Dus ik denk, wat hoor ik? En toen waren ze bezig met twee barbecues op drie meter afstand van zeg maar mijn bed, waar het was. En ze gingen het eten maken voor die 250 vrouwen die zouden komen. Ja, en ze hadden een handjevol mensen. Dus het begon om vijf uur halfzes daarmee. Dus ik goude jouw luzier dicht, maar er was geen licht.
Gelukkig had Simon mij een zaklantaartje meegegeven. Dus ik had dat neergelegd en ik was me een beetje aan het opmaken. Het was allemaal grappig.
[00:09:18] Speaker A: Maar qua dat, want je stuurde ook wat filmpjes. Natuurlijk ben ik er zelf vrees. Ik was er trouwens ook met Giaconia een keer. Dat was ook een manier om te vertellen waar wij sliepen en het eten daar. Ik zag je filmpjes, daarna ga je even alsof je in een tijdmachine stapt.
Ga je terug in de tijd daar en het is allemaal nog met een ezeltje en een karretje, zo'n wagentje. En dan die oude, oude, oude auto's die er nog rijden. Maar de hele opbouw van het land, het is alsof je tientallen jaren terug bent.
[00:09:55] Speaker B: Ja, zeventig jaar terug.
[00:09:57] Speaker A: Ja, echt waar. En het is natuurlijk een communistisch land. Ik denk dat velen van de jongeren hier zeker niet helemaal begrijpen wat dat betekent. Maar de vrijheden die wij hier kennen en hebben, dat is zo anders daar. En natuurlijk is het een andere grondslag. Maar ook het eten daarmee. Want het is een prachtig eiland. Je zou denken dat ze van alles meer dan genoeg hebben. Maar er is eigenlijk grote armoede en ook qua eten is er niet al het goede eten wat nodig is voor het volk. En dan sparen ze dat toch op. Ik weet nog, toen wij verleden keer de conferentie hadden, moest die voorhanger maanden van tevoren al beginnen om eten te sparen, zodat hij genoeg had. Dat betaalde wij dan van hieruit, maar dat hij genoeg had om op de conferentie iedereen eten te kunnen geven.
[00:10:52] Speaker B: Wat natuurlijk heel mooi is, toen ik daarheen ging, toen zei de voorganger... we kunnen de mensen na de dienst, die duurde dan elke dag van half tien tot half één... kunnen we niet de mensen naar huis sturen zonder eten. Dat kan niet. Want sommige, bijvoorbeeld de vrouwen op die zaterdag... die gingen een aantal in een zeg maar, ik noem het maar even een zandbakwagen... zonder een... Hoe noem je dat? Afkapping of zo. En daar hadden ze dan allemaal stoelen rondom in het zandbak gezet. En daar zaten de vrouwen. En die gingen dan richting de bergen. En zwaaien met alles, want ze waren zo blij van de dienst die ze hadden gehad. Maar ze kregen dus een hele maaltijd en dat was dan elke dag... hebben wij honderden mensen eten gegeven vanuit het zendingswerk. Dat werd betaald vanuit hier en daar waren ze zo blij en dankbaar mee.
[00:11:50] Speaker A: Ja, want niet iedereen eet zo elke dag. Maar dat is wel heel mooi om ook te doen natuurlijk, want we geven eten aan de geest, aan de ziel, de innerlijke mens, maar ook de uiterlijke mens moet gevoed worden.
[00:12:00] Speaker B: Ja, het was een feest echt. En wat de voorganger ook zei, dat er kwamen in elke dienst vele malen meer mensen dan ze hadden verwacht.
[00:12:10] Speaker A: Nou, dat is sowieso goed nieuws. En de heer heeft wonderen gedaan, want je vertelde zo'n mooie getuigenis toen je had gesproken over het geloof zo klein als een mosterdzaad. Vertel dat eens.
[00:12:20] Speaker B: Nou, in San Fuegos, daar hadden we een vrouwendienst en er waren ook heel veel vrouwen gekomen. En tijdens het woord had ik het over dat je misschien van jezelf denkt, ja, maar ik heb niet veel geloof. Ik ben niet zoals die of die. Maar het kleinste zaad op aarde is het mosterdzaad, als ik me niet vergis. En ja, we weten toch in de Bijbel als het staat, als je een mosterdzaad geloof hebt, dan kan je een berg verzetten. En toen die vrouw, die had een knobbeltje in haar borst en ze moest geopereerd worden. En toen had ze van tevoren gezegd, heren, als u mij geneest, En ik ben zo verlegen, ik durf niet, maar dan ga ik getuigen. En toen ik dat sprak, toen zei ze, heren, genees mij, dan zal ik daarvan getuigen. En na de dienst kwam ze onder tranen en heel erg blij dat de verteller en de vertaler die vertaalde dat, dat de knobbeltje in de borst was verdwenen.
[00:13:19] Speaker A: Oh, geweldig toch?
[00:13:22] Speaker B: Alsof ik het wonder zelf had ontvangen. Zo geweldig.
[00:13:25] Speaker A: Maar dat maakt ons altijd blij als mensen van God ontvangen. Het is wel grappig, want ik had een vertaalster toen. En die had pappas boek gekregen. En zij had kanker. En ze had pappas boek. En toen dat hoofdstuk waarin hij beschrijft hoe hij uiteindelijk genezing van God ontving. Dat had ze, ik weet niet hoe vaak gelezen. En ze zegt ook, ik ga op diezelfde manier geloven. En ik ga het ook beleiden. En de Heer heeft haar van de kanker gewezen en ze was kankervrij. En dan zie je hoe belangrijk ons bezoek is daar. Of het nou een boek is of jouw bezoek of wat we kunnen doen. Want er is heel veel nood daar. En ook nood aan wat voor ons hier elke week gepreekt wordt. Wat we elke dag op de radio kunnen horen en op de message station. Ze hebben dat allemaal niet zo.
[00:14:15] Speaker B: Nee, overal is zo'n grote nood. Maar bijvoorbeeld daar in Cuba, ja, ze zijn hele dagen in de kerk. Want ze hebben niet al die andere middelen die wij dan hier hebben. Kijk, veel van de jonge mensen die zitten, ook ouderen. zitten bijna de hele dag op hun telefoon. En daar spenderen ze zoveel uren aan. Maar in Cuba, omdat ze dat allemaal nog niet zo hebben, spenderen ze heel veel tijd met elkaar. Dat is toch wel heel fijn als je dat proeft. En dan zijn ze in de kerk en ze hebben het gezellig. Ja, ik hield er eigenlijk wel een beetje van.
[00:14:55] Speaker A: En heb je nog lange ritten daar moeten maken?
Dat zal ik ook niet vergeten, want dat waren niet zulke lekkere stoelen in de auto's als dat wij hier hebben.
[00:15:05] Speaker B: Ik wist niet meer hoe ik moest.
[00:15:07] Speaker A: Zitten op een gegeven moment.
[00:15:09] Speaker B: De eerste keer dat ik aan Cuba kwam, toen was ik bij de airport en ik ging de airport uit en ik zie al die oude Prachtige auto's.
[00:15:17] Speaker A: Al die Amerikanen ja.
[00:15:19] Speaker B: Dus ik zeg tegen een van die vertalers ofzo, ik zeg oh ze hebben dit voor de toeristen gedaan. Ik ga even staan en ik poseer en mijn foto's maken. Maar dat zijn de auto's die ze daar hebben. En dan op de snelweg dan zie je bijvoorbeeld Soms zie je een half uur geen auto's daar. Je kan maximaal ongeveer zestig rijden op de snelweg. En dan zie je opeens een paard en wagen op de snelweg of iemand op de fiets.
[00:15:49] Speaker A: Ja, nog heel normaal, nog heel normaal.
[00:15:51] Speaker B: Maar het is wel een mooi land, he? Het is wel mooi groen.
[00:15:54] Speaker A: Ja, en ik geloof ook omdat het niet een land is waar zo veel heen gaan voor het evangelie, is het toch wel mooi dat wij daarheen mogen gaan om die mensen te bemoedigen, want die pastor Raphaël ook. Ja, is ook zo'n lieve broeder die ook zijn leven geeft eigenlijk voor de kudde.
[00:16:13] Speaker B: En hij heeft zo'n passie. Passie voor de mensen ook. En ook zijn vrouw Damaris. Maar weet je wat wel mooi is in Cuba? Het mag ook gezegd worden dat ze daar heel veel zijn intellectueel. Want ze mogen daar gratis studeren.
[00:16:34] Speaker A: Zo?
[00:16:35] Speaker B: Ik dacht, als dat mensen weten in andere landen, dan kunnen ze gratis studeren. Dus als jij dan daar een taxichauffeur hebt, waarvan je denkt, oh, dat is een taxichauffeur, maar dat kan een hele intellectueel zijn.
[00:16:50] Speaker A: Wauw, wauw. Nou, ik vind het een mooi land in ieder geval. En ik bidden dat we er nog maar flink wat keren heen mogen om te zaaien. Via de contacten in Colombia hadden we de contacten in Cuba. En nou ben je weer naar Colombia gegaan. En hoe was dat? Wat heb je daar allemaal gedaan?
[00:17:08] Speaker B: Nou, ik kwam aan op donderdagavond en op vrijdagavond had ik... Nee, vrijdagmiddag had ik eerst een opname voor hun livestream. En die zouden ze dan een week later uitzenden. Ja, het was wel een beetje grappig. Ik begon te spreken en we zaten op een bank, gewoon heel casual. En de vertaler zat naast me, maar ik vergat dat ik vertaald moest. Pas de Victor Hugo die zat onder wel te appen. We hebben het gewoon maar een beetje grappig opgelost. Ben overnieuw begonnen. Maar en toen s'avonds was dus dan de echte livestream. Toen heb ik dat ook gedaan. En zaterdagmorgen hadden ze, dat noemen zij, een fasting session.
Ik weet niet helemaal hoe ze dat hebben, maar dan hebben ze eigenlijk, wij zouden ze zeggen, een morgen van gebed.
[00:18:02] Speaker A: Oké.
[00:18:02] Speaker B: En toen heb ik gesproken en toen gebeden en z'n zuster Christina die leidde dat en dat was echt heel fijn ook. En de zoon van pastor Leonidas en Christina, die is eigenlijk nu ook helemaal aan het spreken en is ook een hele goeie vertaler.
[00:18:20] Speaker A: Ja, want die ken ik nog als kleine kinderen dus, nou klopt die dertig jaar.
[00:18:25] Speaker B: En toen, dat was dan zaterdag.
[00:18:27] Speaker A: Die hebben wel een bijzondere salving, die familie. Want eigenlijk, die Victor Hugo, Leonides en zo, zijn ze allemaal in de bediening. En het is toch ook een bijzondere familie zoals wij dat zijn.
[00:18:39] Speaker B: Ja, en die kinderen ook. Die zijn allemaal eigenlijk zo vol liefde ook voor de dingen van de heer.
De jongste zoon doet dan de opname. Dus ik zeg tegen hem, kom een keer naar Nederland, dan kan je zien. Het is ook wel allemaal heel leuk om ons te ontmoeten. Omdat wij zo'n grote familie zijn, dan heb je altijd een beetje een band met anderen die ook veel kinderen hebben. Toen zondagmorgen was de dienst, ik vond het een hele bijzondere dienst ook. Er kwamen zoveel mensen naar voren voor gebed.
Ja, ze waren zo aandachtig, ook aan het luisteren. Dan voel je dat ze het opzuigen, opnemen. Ja, dan ben ik daarna eigenlijk zo dankbaar... dat de heer mij gewoon even kon gebruiken... om daar te gaan namens het zendingswerk.
[00:19:33] Speaker A: Maar hij is altijd ervoor, natuurlijk. Altijd. Ik vind, als wij het woord van de vader mogen brengen... of dat nou één op één is of tegen een menigte... Voor mij is dat een enorme eer en zo ga ik er ook mee om. Ik ben een mondstuk, dus het woord wat ik breng namens hem, dat mag niet zomaar even. Dat is een heilig iets.
[00:19:57] Speaker B: Weet je nog wat papa altijd zei? Ik ben gewoon een loopjongen van de heer. Ik begrijp het wel dat hij dat zei.
[00:20:05] Speaker A: Dat zag hij niet op neer, maar dat vond hij een grote eer.
[00:20:11] Speaker B: Mag ik nog één dingetje vertellen? Ik weet even niet meer of dat op een zondagmorgen in Cuba was, want het waren drukke dagen. Maar het was op een zondagmorgen en toen deed pastor Raphaël een babytje opdragen. Nou, dat gaat een beetje hetzelfde, ook als bij ons, maar dan mag de hele familie naar voren komen. Dus ze kwamen allemaal naar voren en wat komt er naast mij zitten op de grond? Een hond. Een hondje, ja. En die ging netjes, alsof hij het elke week deed, hè. Die ging daar netjes zitten naast me. Ik heb er ook een foto van. En toen ging dan pas Rafael bidden. En toen, na het gebed, ging de hond naar het gezin toe, naar het podium. En die ging daarachter op de grond zitten. En hij had ook nog een lampootje.
[00:21:04] Speaker A: Dus waar je heen kon... Die hoorde erbij.
[00:21:07] Speaker B: Die hoorde erbij. Die hoorde bij het gezin, dus die mocht komen.
[00:21:11] Speaker A: Ja, ik begrijp dat wij als Hollander denken, kan dat wel?
[00:21:14] Speaker B: Ja, precies.
[00:21:16] Speaker A: Soms is dat zo. Die hoort gewoon bij de familie. Nee, het was echt grappig. Je had trouwens nog een mooie getuigenis. Dat die man bracht, hoe die bevrijd was uit toverijen.
[00:21:28] Speaker B: Ja, de vertaler, Lian, en zijn vrouw, Jamila. Daar is zij mee getrouwd. Ja, het is vrouw. Ja, klopt.
Ik vroeg haar om te horen hoe iemand op een keren is gekomen. Toen vertelde zij dat ze opgegroeid was bij haar ouders. Helemaal in witchcraft.
Hekserij. Ja, hekserij. En dan helemaal actief daarin. En dat ze op wonderbare wijze beschermd werd al die jaren door de heer. Want dat zij daar eigenlijk niet in meegetrokken werd. Toen werd ze ouder en zei ze dat ze naar een kerk wilde. Toen is ze naar een kerk gegaan waar ook Lian, haar toekomstige man, was. Toen is ze daar tot bekering gekomen. Ik heb het interview ook opgenomen, want ik vond dat zo mooi. Om ook dan te horen dat als je daar helemaal opgegroeid bent, dat de heren je...
kan beschermen en dat dan de uitnodiging daar is van kom bij mij.
[00:22:47] Speaker A: Ik vind het heel mooi om te horen want dat weten mensen ook niet altijd dat we hebben echt ook als we op die reizen gaan te maken met mensen die uit religieuze achtergronden komen en dat kan heel diep en heel heel obstakels zijn maar ook hekserij en Ook op Cuba is heel veel hekserij, heel veel katholicisme, heel veel hekserij. En dan, ja, dat begrijpen ze niet altijd, al die combis daar. Maar dat zo iemand dat, wat je nu vertelt, dat de heren eigenlijk al zijn hand op zo iemand heeft. Omdat hij toch het hart ziet wat open staat voor hem. En dan een weg maakt. En dat doet hij natuurlijk altijd.
Ja, is dat toch bijzonder hoe God iedereen eigenlijk uit elke put kan trekken?
[00:23:35] Speaker B: Ja, echt waar.
[00:23:36] Speaker A: Ik bedoel, wat die put ook is. Of het nou religie, godsdienst, of hekserij, toverij, of duistere machten zijn, of atheïsme.
[00:23:45] Speaker B: Ja, nee.
Dan is toch de hand van de heren op zo iemand. Het is toch wel bijzonder.
[00:23:51] Speaker A: Ja, hij moet dan toch ook het hart zien. Dat open toch voor hem gaat of zal gaan of openstaat ergens. En een bescherming, ja. Want dat zijn wel sterke machten.
[00:24:03] Speaker B: Want dat vroeg ik nog aan haar. Ik vroeg aan haar, toen jij tot bekering kwam, want die machten willen je dan niet loslaten. Hoe is dat gegaan? Nou, dan legt zij dat uit in haar interview. Maar ze zei, nou, ik heb niet echt bevrijding nodig gehad. Want ik was daar niet ingezogen, dat vind ik zo bijzonder. Maar ze werd er wel mee aangevallen toen ze Jezus had aangenomen. Dat ze wilde haar terughalen. Toen is ze sterk geweest en daar hebben ze haar geholpen.
[00:24:37] Speaker A: Prijs de Heer. De Heere doet veel in de wereld.
[00:24:41] Speaker B: Ik heb nog een grap waaronder. Ik had zoveel meegenomen, John.
een koffer meegenomen en die zat vol met bijvoorbeeld honderd stukjes zeep, shampoo, tandenborstels, tampenstangen, noem maar op. Ik had het bij me. Schoenen, sneakers en ik had, ik zag Van Simon zag ik een heel mooi tasje liggen van het merk Kenneth Cole. En die was nog nieuw. Ik dacht, nou, ik heb hem in gebruik. Die ga ik aan de voorganger geven. Wat een mooi cadeau heb ik. En ik had van mezelf een mooi tasje van een goed merk. Had ik ook meegenomen. Dus toen ik aankwam, gaf ik dat als cadeau. En natuurlijk moet je daar nog een foto van maken. Dus de voorganger en zijn vrouw gingen naar de samenkomst toe en gingen daarmee weg. En toen ik in Zolle was, toen ik terugkwam, toen liet ik dus foto's en filmpjes zien. En opeens zegt Simon tegen mij... Hij zei het in de dienst, want opeens ziet hij zijn tasje daar. Hij zegt, dat is mijn tasje, die heb je weggegeven. Ik zeg, ja, je hebt toch niet nodig. Nou, toen was er een ander moment. Ik had ook een das, noem je wat? Klipdas speld. Nou, die zal ook van Simon geweest zijn. Maar goed, die had ik ook nog net ergens netjes in. En ik dacht, dat kan goed van pas komen voor een van de voorgangers die ik zal ontmoeten. Dus ik had die meegenomen en pastoraf zei, ja geef dat dan op zondag aan die en die. Dus dat had ik me voorgenomen. Dus de zondag, de dienst was voorbij en ik was het helemaal vergeten. Ik denk, ah wat erg, ik had het voor hem meegenomen. Dus toen zegt pastoraf, nou woensdag zijn we in Cienfuegos, daar is ook voorgang, geef het dan aan hem. Ik zeg, dat is een goed idee. Wij daar naartoe, ik ontmoette voorganger met zijn vrouw. We zijn op de foto, ik geef een mooie daspelt en hij neemt het aan en hij begint keihard te lachen met zijn vrouw. Toen vertelde ze dat de zondag ervoor had zijn vrouw zijn daspelt, waar hij zo verguld mee was, weggegeven. En ik kwam nu met een nieuwe daspelt voor hem. En toen dacht ik bij mezelf, is er iets te wonderlijk voor God? Is het niet bijzonder zo'n klein dingetje?
[00:27:15] Speaker A: Maar ik vind dat ook, met al mijn jaren met reizen, sta ik toch elke keer weer verbaasd. Ik bedoel, je zou zeggen, je zou het nu toch wel weten, maar ik sta elke keer weer verbaasd hoe God de kleinste details en dingen weet en dan regelt. Of het nou zo'n dasspeld is waarvan een ander zou zeggen, nou, maak je zo'n dasspeldje. Maar het zijn vaak in die dingen dat mensen weer in hun geloof versterkt worden omdat God om zulke kleine dingen zich bemoeienis heeft.
[00:27:46] Speaker B: Het verraste mij, echt.
[00:27:48] Speaker A: Ja, ik kan me dat zo echt voorstellen. En hoe het voor zo'n man dan weer zo'n bewijs is dat God alles ziet. En als hij dat ziet van die dingen, ziet hij het ook van de andere dingen. En ik ben heel blij dat je gegaan bent. En ik weet niet of u volgend jaar weer gaat of wie er gaat, maar het zou toch mooi zijn als we dat kunnen doorzetten.
[00:28:08] Speaker B: Het zou fantastisch zijn.
[00:28:10] Speaker A: Ja, en ik denk dat we daar toch door zoveel jaren daar al te zijn hebben, als zoveel gezaaid hebben met het werk. En je ziet ook echt de vrucht. Dus ik bedoel, het is het waard om het te blijven doen.
Ja, verwachten we nog mooie dingen.
[00:28:22] Speaker B: Zeker. En wat ook heel fijn is, dat we toch van de gemeente in Zolle, maar ook anderen die daarvoor gegeven hebben en echt voor gebeden hebben, dat je dan toch weet dat er zoveel zegen op is gekomen. Want pas Rafael en Damaris vertelden dat de moment dat ze hoorden dat ik zou komen, vanaf dat moment hebben ze elke dag gebeden. En als ik dan zie het verlangen wat daar was van de broeders en de zusters, de mensen daar. En de nood die er is en wat God gedaan heeft. Want elke keer zei hij maar ze moeten bemoedigd worden, ze moeten bemoedigd worden Helen. Dus daar bad ik ook voor. Dus ja John, wat doe je dan? Gewoon de eenvoudige verhalen van de storm op zee en al die verhalen die we kennen. Om niet te vrezen en door te gaan. Ja, mooi toch?
[00:29:16] Speaker A: En wij hebben zo elkaar hier, maar die mensen vaak niet. En dan begrijp je hier niet altijd hoe belangrijk het voor daar is om zo'n bemoediging te krijgen. Goed gedaan, Ellen.
[00:29:27] Speaker B: Ja, dankjewel.
[00:29:28] Speaker A: Gefeliciteerd.