Episode Transcript
[00:00:06] Speaker A: Hé, hallo Broeder Patrick, Pastor Patrick.
[00:00:09] Speaker B: Goeiedag.
[00:00:10] Speaker A: Goeiedag, leuk dat we even samen hier een podcast mogen maken over onze geweldige reis naar Nigeria. Nou, het was jouw eerste keer naar Afrika überhaupt.
[00:00:22] Speaker B: Ja, zeker.
[00:00:22] Speaker A: En dan naar Nigeria. Dat is wel een beetje vuurdoop daar, hè?
[00:00:25] Speaker B: Dat was zeker een vuurdoop, ja. Dat was wel een hele ervaring, moet ik zeggen.
[00:00:28] Speaker A: Vond je het anders dan de andere landen?
[00:00:30] Speaker B: Ja. Ja, zeker. Maar ik vond het wel erg indrukwekkend eigenlijk. Ik vond het wel spannend. De eerste keer dat we van Abuja het vliegtuig uitstapten was natuurlijk gelijk de warmte die je tegemoet komt.
[00:00:44] Speaker A: Ja, ik kan me nog herinneren. Want het is niet de eerste keer dat we samen op reis zijn geweest. Nee, nee. Weet jij nog wanneer dat was?
[00:00:51] Speaker B: 99 was dat.
[00:00:51] Speaker A: 99, wow, wow, wow. Dat is al 25 jaar. Dat was naar Pakistan. En dat was een spannende reis toen.
[00:00:58] Speaker B: Dat was heel spannend, ja.
[00:00:59] Speaker A: Ik kan me herinneren dat we die eerste campagne aan wat gehad hadden. En toen kwamen we terug in ons hotel was het. Een beetje op zijn Pakistanse natuurlijk. Het was te doen. En dat we daar een beetje de tv aanzetten. Wat heel erg sneeuw en het beeld was slecht. Maar dat we CNN, dat was een van de weinige. En dan ineens zagen we koe in Pakistan.
[00:01:28] Speaker B: Het leger had de koep gepleegd.
[00:01:30] Speaker A: En alle vluchten waren gecanceld.
[00:01:33] Speaker B: Telefoon, alles was afgesloten. Dat was heel spannend.
[00:01:37] Speaker A: Ik dacht, maar goed, het ging goed. We hebben de campagne afgemaakt en zijn goed thuisgekomen. Maar ik dacht, als het nu weer zo fout gaat, dan neem ik je niet meer mee.
[00:01:47] Speaker B: Nee, inderdaad. Zo had ik ook niet gehoord.
[00:01:50] Speaker A: Maar dat was wel ook geweldig toen. Maar nu dan Nigeria. En ja, weet je dat het is 40 jaar geleden dat Pame stuurde naar Nigeria. Ik was 16 jaar. En hij stuurde me met een postbusadresje wat hij van een Een envelop had gescheurd en hij zegt zoek deze mensen op en zet een campagne met ze op en dan bel je me en dan kom ik en dan halen we de campagne. Toen ik daar landde en ik was heel onervaard natuurlijk en blank en jong en Afrika, Nigeria. Ik werd geknipt en geschrokken aan het airport. Jij hebt het een beetje ervaren hè?
[00:02:30] Speaker B: Je had niks verteld daarvan, dus dat vond ik eigenlijk wel een beetje opmerkelijk. Want ik had al iets verwacht, maar ik wist niet hoe of wat. Dus we komen in Abuja op de airport aan en we stappen natuurlijk naar die douanebeamte daar. En die kijkt dan naar je paspoort en die vraagt even hoe was de vlucht? Ik zeg nou, de vlucht was goed, het was een goede nachtvlucht.
[00:02:52] Speaker A: Heel vriendelijk allemaal.
[00:02:52] Speaker B: Ja, was heel goed, heel vriendelijk. Hij zegt, heb je nog wat chocola bij je? Ik zeg, chocola? Ja, mijn eerste reactie was chocola naar een warm land. Is eigenlijk niet zo verstandig natuurlijk, maar ik zeg ja, ik heb wat chocola. En hij zegt, ik zie je straks wel.
[00:03:08] Speaker A: Dat is wel leuk, want eigenlijk Jason op de airport toen die ons afzette op Schiphol had ons chocola meegegeven.
[00:03:14] Speaker B: Ja, had ons chocola meegegeven, dus daar dacht ik gelijk aan. Dus dat was wel grappig. Dus ik zeg, nou ja, ik zeg oké. Maar ik dacht er eigenlijk verder niks aan, want ik denk ja, hij zit toch achter dat loket en hij zal niet zomaar weglopen. Dus ik loop naar de band om te kijken naar onze koffers en opeens Nou ja, jij kan maar ook aanlopen. Dus ik denk nou ja goed. We wachten op de koffers. En op een gegeven moment zeg jij van ik ga toch even naar de toilet.
[00:03:46] Speaker A: Ja, was een goed moment om te gaan.
[00:03:47] Speaker B: Was een goed moment. En ik draai me om en die douanebeamte die staat achter mij. En hij zegt heb je nog wat? Ik zeg oh ja, chocola. Hij zegt nee, geen chocola. Hij zegt dollars. Ik zeg, nee, ik zeg, dollars heb ik niet. Ik zeg, euro's? Hij zegt, euro's, ook goed, ook goed, ook goed. Ik zeg, nou ja, ik denk, ik moet maar even kijken. Maar ineens bedacht ik me dat broeder Simon, die had mij wat geld meegegeven, wat hij jaren geleden ook in Nigeria had gekregen en wat overgehouden had. En dat was 800. Dat moet heel wat zijn. Dus ik dacht ineens, dat ga ik hem geven. Dus ik geef dat stapeltje. Dat was een flinke stapel. Dus ik denk, ik ga dat stapeltje geven. Hij zegt, nee, nee, nee, nee. Hij zegt, dat wil ik niet, dat wil ik niet. Hij zegt, euro's, euro's. Ik zeg, nou, ik moet maar even kijken. Dus ik helemaal zoeken in mijn tas. En jij was nog steeds op het toilet. En daar baalde ik wel een beetje van. Want ik denk, wat moet ik doen? Tegen zo'n douanebeamte kun je niet zomaar even aftroeven.
[00:04:52] Speaker A: Nee, want het is wel intimiderend.
[00:04:53] Speaker B: Dat is heel intimiderend. Hij staat in een uniform daar en hij staat daar zo, allerlei andere agenten staan er omheen en er staan soldaten staan er met geweer en alles. Dus ja, je gaat niet zomaar daartegen in. Dus ik denk nou ja, ik moet toch maar wat euro's pakken. Dus ik pak de 10 euro op, pak ik hem in portemonnee en dat geef ik aan hem.
Toen begon hij een beetje te lachen, want hij dacht natuurlijk ook, dat is ook niet veel. Maar hij zegt, het is wat. Dus hij zegt, ga maar daar en daar staan, want daar kan je beter je koffers oppakken. En toen liep hij weg. Maar later toen dacht ik, en ik moest het toch even uitrekenen, want waarom wilde hij dat die 800 nou niet hebben? Want ik dacht, dat is toch wel een behoorlijk bedrag, leek mij. En het bleek dus dat ik via internet had opgezocht dat dat 47 cent 47 euro cent. Dus dat was wel grappig. Dus ik begreep dat hij dat niet wilde hebben.
[00:05:49] Speaker A: Nee, dat wilde Didi hebben. Maar goed, ja, dat maak je zo mee.
[00:05:52] Speaker B: Dat was mijn vuurdoop daar.
[00:05:54] Speaker A: Weet je, pa die zei tegen me, ja, je moet het niet als omkoper en zo zien, maar je moet ze zegenen.
[00:06:00] Speaker B: Ja, ja.
[00:06:01] Speaker A: Dat is waar. Maar goed, we kwamen binnen, Abuja, de hoofdstad. Toen moesten we daar heel wat uurtjes wachten.
[00:06:10] Speaker B: 4,5 uur geloof ik.
[00:06:12] Speaker A: En toen vlogen we door naar Jos. Dat was toch wel een heel warm onthaal daar.
[00:06:17] Speaker B: Dat was een heel warm onthaal. We kwamen uit het vliegtuig en we liepen over dat stuk daar.
[00:06:23] Speaker A: Dat is ook wel leuk trouwens daar in Nigeria, hoe je gewoon tussen de vliegtuigen loopt.
[00:06:28] Speaker B: Ja, dat is gewoon heel gebruikelijk daar. Maar we werden daar heel warm onthaald toen je daar binnenkwam. Welkom, welkom. Dat was echt wel heel leuk.
[00:06:37] Speaker A: Ik vond het zo leuk, want het hele comité, wat de organisatie in de handen heeft van de campagne, die stond daar met bloemen en de kindertjes met de bloemen en zingen en klappen. Ze waren zo blij dat we er waren.
[00:06:51] Speaker B: Ja, dat was echt heel leuk.
[00:06:52] Speaker A: Ja, dat was wel bijzonder. En ik moest wel lachen, want wij waren de enigen die zo opgevangen hebben. Ze moesten wel denken, die andere passagiers, nou daar zit echt wat top, wat hoge functie daar. En toen werden we zo langs de zijkant naar buiten en dan hadden ze de wagen klaar voor ons. En er was een politieauto, was er voor geloof ik.
[00:07:13] Speaker B: Ja, een politieauto met een hele grote speaker ook.
[00:07:15] Speaker A: Die hadden ze op het dak helemaal met spanbanden. Het was echt iets voor André eigenlijk om te maken.
[00:07:19] Speaker B: Ja, inderdaad. De vering was verhoogd van achteren zodat het gewicht een beetje gecompenseerd werd. Maar dat was echt leuk om te zien.
[00:07:27] Speaker A: En dan hadden ze steeds die campagnetune met de aankondiging. En dan de politiewagen en nog een paar wagens. En dan gingen we in kolonnen naar de stad toe.
[00:07:35] Speaker B: Klopt, ja.
[00:07:36] Speaker A: Ik vond dat wel... Ja, dat was heel leuk. En met knipperende lichten natuurlijk. Dat was wel heel... Wat goed. Op zaterdag, wat kun je daarvan herinneren?
[00:07:46] Speaker B: Ik weet nog dat we daar werden opgehaald. Op Nigeriaanse tijd, Afrikaanse tijd, we moesten een paar uur wachten. Dat was heel leuk, want we werden naar de gouverneur gebracht daar. Maar dat is toch wel een beetje.
[00:08:03] Speaker A: Een hoge pief geloof ik.
[00:08:04] Speaker B: Die gouverneur, dat was een hele hoge. Dat was eigenlijk net onder de president toch wel een hele belangrijke persoon. Want hij had over drie districten daar, waaronder ook de hoofdstad, Abuja, had hij dus eigenlijk het regeerbeleid daar. Dus hij was echt wel een hoge man.
[00:08:22] Speaker A: Ja, en dat ging ook allemaal wel heel officieel. Het was allemaal checkpoints, protocol. En dan weet je, door mensen moesten we, voordat hij in die zaal kwam, werden we neergezet. En mocht ik op dat bankje zitten, dan waar hij naast zou komen. Waar de dag daarvoor, vanuit Nederland, een hele, een of andere gigantische business... man was en regeringsleiders en allemaal komen daar en zaten wij daar. Ik kan me dat herinneren, want ik zat na te denken en dat doe je dan. Je denkt en je bidt en hoe de Heer je leidt.
een aantal titels op z'n naam. En dat is daar een beetje wat meer dan hier in Holland, maar toch. Ik bedoel, een paar rijen titels en hij kwam eindelijk binnen. Ik zeg, ja, het zijn vele titels zoals ik u kan benoemen. Ik zeg, maar ik hoor dat ik.
[00:09:20] Speaker B: Uw broeder mag noemen. Ja, dat was echt geweldig. Dat was een goede binnenkomer, absoluut.
[00:09:25] Speaker A: Ja, want ineens brak het ijs en hij zei, dat is de mooiste titel van allemaal. En dat was gelijk eigenlijk. Ja en toen was het allemaal wel heel officieel en leuk, maar tegelijkertijd ook wel heel ontspannen. Hoe we over de heer mochten spreken en hoe de heer hem daar geplaatst had.
[00:09:43] Speaker B: Ja en hij opende zich echt wel. Want ik merkte echt wel dat hij ook dat gesprek gaande hield en dat hij echt wel Het naar zijn zin had.
[00:09:53] Speaker A: Ja, vond je het een beetje eng dat?
[00:09:54] Speaker B: Nee, dat vond ik niet zo eng. Het is natuurlijk spannend, want je moet een hooggeplaatste persoon tegenkomen. Dat doe je niet zo gauw. Voordat we daar binnenkwamen was het al van, kan het wel, kan het niet? En soldaten hier en overal. Dus dat was al heel spannend. Maar toen we daar helemaal binnen waren was het heel ontspannen eigenlijk. Het was leuk.
[00:10:13] Speaker A: Ja, ik vond het ook. En toen vroeg hij nog of we wilden bidden. Ja. En daar hebben we een mooi gebed gedaan.
Ja, ik moest er alleen aan denken, Patrick. Ik denk, och zeg, ik weet niet hoeveel, want het zal misschien toch gebeuren zonder dat wij het weten. Maar dat je dan denkt, och heer, ik wou dat in Nederland toch ook meer van die regeringsleiders, mannen gods zouden vragen, vrouwen gods zouden vragen om voor hen te komen bidden. Om eigenlijk de heren aan te roepen voor wijsheid en alles wat ze nodig hebben om het land te regeren. En dan ben je toch wel gezegend als je Iemand heb die de heren lief heeft, die daar bestuurde. En we hadden hem heel hard nodig, want ik denk dat jij en ik niet zo er allemaal van op de hoogte zijn hoe hij natuurlijk ook nodig was voor vergunningen en dingen. En hij maakte nog een donatie, ja.
[00:11:07] Speaker B: Niet aan ons dan, maar voor de campagne.
[00:11:10] Speaker A: En dat was fijn, want met wat wij mee brachten en wat hij deed en wat andere gedaan hebben, is de campagne financieel weer gedekt. Zoals de broeder daar, broeder Abram was ook blij. Toen zijn we op de radio geweest.
[00:11:22] Speaker B: Ja, was ook leuk op de radio.
[00:11:24] Speaker A: Dat was mooi en toen begon de campagne. Wat spreekt jou aan? Trouwens, sorry, ik had het meegenomen hier. Ik vergeet het helemaal.
[00:11:32] Speaker B: Je werd gehuldigd.
[00:11:33] Speaker A: We werden gehuldigd. Deze van jou, geloof ik. En deze muziek aan.
[00:11:40] Speaker B: Mijn hoofd is ietsje groter, denk ik.
[00:11:42] Speaker A: Dan die van hem. We kregen deze dingen van de gouverneur allemaal en nog een sjaal en zo. Ik zeg, oh, dat is de kleuren van Den Haag, geel en groen. Maar wat ik zo leuk vind en ook weer jammer, is dat op alle foto's met hem sta ik met de pier.
Ik geloof dat het allemaal niet het.
[00:12:04] Speaker B: Mooiste was, maar dat was wel, ik.
[00:12:06] Speaker A: Zal het je eerlijk zeggen. De campagne Patrick, wat sprak je daar aan?
[00:12:11] Speaker B: Ja, dat was wel heel bijzonder, want we kwamen eerst eigenlijk in die middag al op het lege veld. En toen zagen we dat grote podium en alle verlichting en ik dacht echt van nou, dit gaat echt wel heel bijzonder worden. Toen wij daar s'avonds werden gebracht, ook onder begeleiding van de politie, dat was ook spannend. Toen kwamen we daar op dat veld en daar zaten zoveel mensen en ze hadden heel veel stoelen neergezet. Het was echt een big happening. Het ene koor na het andere koor moest natuurlijk zingen en dat was echt geweldig. Ja, dat was heel indrukwekkend.
[00:12:53] Speaker A: Trouwens, over die begeleiding... In onze auto zat een soldaat met een flinke geweer en een... Hoe noem je dat? Kogelvrij vest. En dan daarvoor rijden we met, ik geloof, vijf agenten met allemaal wapens erin. En aan de ene kant voor ons denk je dan...
Ja, is dat allemaal wel nodig en zo? En allemaal natuurlijk met toeters. Maar ik was zo dankbaar dat onze broeder daar dat geregeld had via de gouverneur. Want we zaten wel in Jos, wat heel dicht is bij het Noorden. Waar je toch regelmatig hoort van die kidnappings.
[00:13:38] Speaker B: Ontvoeringen, ja.
[00:13:39] Speaker A: Ja, daar gaat mijn hart dan ook naar uit als je daar bent. En ja, prijs God dat hij er zo voor ziet voor ons, maar al die anderen. Ja, het is wel een gebied waar we voor mogen bidden. En dan heb ik ook weer zo'n respect.
Voor zo'n man als Ebrem Nonidogo, die daar dan al zoveel jaar toch pioniert voor de heer.
[00:14:02] Speaker B: Hij is een vriend.
[00:14:04] Speaker A: Weet je hoe we hem hebben leren kennen? Nee, dat weet ik eigenlijk niet. Hij kwam een jaar of 18 geleden, denk ik, kwam hij naar Holland en studeerde hij in Utrecht. En toen hij daar was, toen zocht hij een pinkstergemeente en kwam hij bij ons terecht. En zo hebben we hem ontmoet. En toen hebben we een tijd met elkaar bijbelscholen gehad. Campagnes hebben we daar gehad, allemaal met Jos. We hebben daar leraren heen gestuurd. En ik weet nog, heel goed kan ik me herinneren, want we hadden een paar oogsttijdscholen. En we hadden dan een Zoë college daar. En ik was er voor de graduation van Zoë. En dan hadden we ook nog een medische outreach. Maar daar was een groep...
studenten en je wist gewoon... Ja, dit is niet zomaar een leuke groep studenten. Dit is echt... Ja, dit is een speciale groep. En die hebben we getraind en de school gedaan. En dat zijn eigenlijk allemaal nu voorgangers, zijn co-masters en worship leaders.
[00:15:07] Speaker B: Fantastisch.
[00:15:08] Speaker A: Zijn allemaal mannen en vrouwen gods geworden. Die echt nu, ja, echt in de bediening volstaan. Je wist dat toen al. Nou ja, toen hebben we een paar jaar, wij druk in andere landen, hij bezig. Ik kan me wel herinneren dat ik er nog een keer geweest ben. En toen liet hij me een stuk land zien waar hij dan wat stenen had neergelegd. En dan moesten wij de groundbreaking doen, zoals dat heet. En daar ging hij dan die kerk bouwen. Dat was waar wij zijn geweest op zondag. Maar toen ik daar kwam, stond er nog geen gebouw eromheen. Niks.
Ik kan me herinneren dat ik vroeg wat hij ging doen en zo. En toen heb ik gezegd, stop met bouwen. Ga eerst land kopen. Koop zoveel land als je kan. En dat heeft hij gedaan. En nu in de auto hadden we het daarover. Hij zegt, want ik was dat alweer vergeten.
[00:15:57] Speaker B: Hij zegt, brother.
[00:15:59] Speaker A: Hij zegt, u hebt me verteld om te stoppen met bouwen en eerst land te kopen. Terwijl het was helemaal leeg hier eigenlijk. Maar ik heb dat gedaan. Hij zegt, maar nu, er staan overal gebouwen. Het land is niet meer te kopen. Het is zoveel geld nu waard. Hij zegt dat was echt van God. Een strategische zet van God. Ja en daar stonden we hand in hand te bidden. En toen kwam ik en toen had hij iets van een gebouw neergezet. Het was nog niet zoveel. En nu kwam ik en nou staat er een prachtig gebouw met een marmeren voer. Nou ja, ik marmeren niet, maar ik bedoel.
[00:16:32] Speaker B: Het lag er heel netjes bij.
[00:16:33] Speaker A: Heel netjes bij. Mooi getegeld allemaal. En is hij zelfs een school aan het bouwen daarnaast.
[00:16:38] Speaker B: Daarnaast had hij nog wat extra gebouwd, ja.
[00:16:41] Speaker A: En is hij een school aan het bouwen. Dus je ziet wel door de jaren heen hoe de heer dan dat doet. En wij hebben daar ook weleens donaties voor gezonden. Maar het is wel leuk natuurlijk. En ja, nu eigenlijk zijn we dan geweest voor de campagne. En ja, ik vond het ook zo mooi toen we daar die avond kwamen. Al die koren, ik moest wel lachen, dat ene koor. Die zouden zingen en die gingen eerst allemaal met allemaal instrumenten. Het was een vrouwenkoor. En die gingen eerst allemaal zitten naar het publiek toe en wij moesten aan de zijkant zitten. Maar toen was het allemaal niet goed en druk. En dan lopen ze heen en weer en duwen en trekken. En iedereen moest omdraaien, omdraaien. Toen moesten ze naar ons toe gaan zitten. Ja dat klopt. En het hele publiek keek tegen hun rug aan. Omdat wij moesten hun natuurlijk van gezicht tot gezicht zien.
[00:17:36] Speaker B: Ja dat was echt leuk.
[00:17:37] Speaker A: En dat vond ik wel leuk, want ik weet niet wat jouw ervaring was met al dat gezang. Maar ik vond het zo leuk hoe ze die traditionele Afrikaanse koren en groepen en dingen hadden.
[00:17:49] Speaker B: En instrumenten.
[00:17:51] Speaker A: Maar hoe ze dan ook weer daartussendoor even een moderne worshiplieden hadden met een hele band.
[00:17:57] Speaker B: Ja, die was ook al heel modern. Het moest een beetje aan Menner denken. Want ik denk, ja, dat was echt wel een beetje zo'n trekker en dansen. Nou, dat kunnen ze goed daar natuurlijk, dansen.
[00:18:09] Speaker A: Ja, en de attitude hebben ze. Ik zag ook Menner daar, want die kunnen ook zo staan. Als ik dat zou doen, dan lachen ze me uit hier. Maar dan hebben ze zo'n... Niet een slechte attitude, maar ze hebben echt een attitude, een presence. Weet je dat ik die banden, Menner, zijn... Sociale dingen heb gegeven, want ik dacht ja, die moeten contact maken met elkaar.
[00:18:30] Speaker B: Ja, leuk.
[00:18:31] Speaker A: Maar dat bracht wel een hele beweging. En de naam van de campagne, kan je dat nog herinneren?
[00:18:39] Speaker B: Miracle... Ik moet het even denken.
[00:18:42] Speaker A: Je vergeet het gauw, hè? Jesus Healing and Miracle Crusade.
[00:18:46] Speaker B: Ja, klopt.
[00:18:47] Speaker A: En ja, vind ik ook fijn, want soms dan, kijk we hebben weleens in India enzo, dan noem je het Blessing Festival en dan blijft het een beetje open. En dat doe je natuurlijk ook omdat het beter is daar om het wat open te laten.
Maar hier was het Jesus, healing and miracles. Waardoor eigenlijk iedereen wist waarom het ging. En dan kan je wat vrijer preken. En de Heer had me echt het woord gegeven.
[00:19:15] Speaker B: Ja, was een heel mooi woord. Zeker, absoluut. En ik vond het ook wel heel bijzonder aan het einde toen riep je al die voorgangers, want er waren nog meer voorgangers daar en die riep je allemaal naar voren. En heel veel mensen kwamen naar voren voor gebed en dat was echt wel heel bijzonder. Maar er waren ook wat getuigenissen en dat vond ik ook wel heel mooi.
Er was een jongetje die getuigde dat hij had last van zijn ogen. Ik weet niet precies wat het was, maar hij kon waarschijnlijk niet goed zien. Je ging bidden voor hem, eigenlijk voor iedereen natuurlijk. Maar hij kreeg een aanraking van God en hij kon ineens weer goed zien en hij had geen last meer van zijn ogen. Dus dat was wel heel bijzonder.
[00:19:59] Speaker A: Ik vind het altijd bijzonder als kinderen komen getuigd. Hoe oud was hij?
[00:20:04] Speaker B: Ik denk een jaar of acht, zeven, acht jaar.
[00:20:06] Speaker A: Maar hij stond er best vrijmoerdig te vertellen.
[00:20:08] Speaker B: Ja, hij stond er heel vrijmoerdig te vertellen. Dus dat was wel mooi. En ook een vrouw, dat was ook wel heel bijzonder, die liep eigenlijk krom en die kon moeilijk bewegen. En die getuigde dat tijdens het gebed dat zij ineens weer de vrijheid voelde en dat ze ineens kon bewegen. Ze kon ook niet stilstaan, want dat was echt wel te merken. Dat was echt wel een heel mooi wonder ook. Ja, bijzonder.
[00:20:29] Speaker A: Ja, ik vind die wonderen zo nodig. Ik vind ze nodig, één, om getuigenis te geven aan de boodschap. Dat had je natuurlijk ook in de boek Handelingen, dat de wonderen gaven getuigenis dat Jezus daadwerkelijk opgestaan is uit de dood en leven. Maar ten tweede vind ik die wonderen zo fijn, omdat die mensen, ze lijden zo. Ja. Vaak mensen die, en vooral zo'n jongetje, die niet goed kan zien. Dat is niet voorzieningen dat hij een bril zomaar krijgt en al die dingen meer.
[00:21:00] Speaker B: Dat hebben ze daar niet zo.
[00:21:01] Speaker A: Dan ben je zo blij dat de heren ook daarin antwoord geven. Ik vond dat er ook wel een paar, want ik sprak over vergeving, genezing en bevrijding. Maar er waren toch ook wel een paar die volgens mij echt wel bezeten waren.
[00:21:17] Speaker B: Ja, die lagen behoorlijk te kronkelen daar op de grond. Ja, daar zijn ze ook goed in om dat natuurlijk echt wel te bestraffen. Maar dat was wel heel goed.
[00:21:26] Speaker A: Ja, en ik weet dat ook hier in Europa en Nederland zijn er ook veel duivels. Er zijn ook veel demonen. Maar alleen hier blijven ze netjes in draai zitten. Maar die mensen zijn ook vol.
Maar het is natuurlijk dat daar toch ook wel heel veel witchcraft is.
[00:21:46] Speaker B: Ja, witchcraft, voodoe.
[00:21:47] Speaker A: Heel veel voodoe en toverij eigenlijk.
[00:21:51] Speaker B: Ja, dat merk je zeker.
[00:21:52] Speaker A: Dat merk je dan. En daarom vind ik het zo belangrijk en soms zou ik wel een grotere oproep willen doen dat de mensen bidden voor deze reizen.
[00:22:03] Speaker B: Ja, zeker.
[00:22:04] Speaker A: Bidden voor die campagnes van, je hebt het gezien, je staat daar, ik bedoel in zo'n land en je staat daar eigenlijk midden in, op een voetbalveld midden in de stad. En ze hadden wel een goed geluidssysteem.
[00:22:17] Speaker B: Ja, dat was een heel goed systeem.
[00:22:19] Speaker A: Dat was niet altijd zo hoor.
[00:22:20] Speaker B: Ik stond voor die speakers en ik voelde alles trillen. Dat was heel goed.
[00:22:27] Speaker A: Nou, en de volgende dag hadden we.
[00:22:28] Speaker B: Dan in de kerk een... Ja, een samenkomst.
[00:22:31] Speaker A: Ja?
[00:22:32] Speaker B: Ja. Had je weer een knalboodschap, moet ik zeggen. Dankjewel, Patrick, dankjewel. Ja, nee, dat was echt goed.
[00:22:36] Speaker A: En heb jij ook wat gedeeld. Ja. En er was ook mooi over... Saggeus, die was te kort om Jezus te zien. En Bartimaeus, die was blind, dat hij Jezus niet kon zien. Maar dat ze allemaal een verlang hadden om Jezus te zien. En daarom ook tot ere een ontmoeting met hun hand. Ja, dat was mooi. En ik mocht een woord delen. Maar er waren daar veel voorgangers gekomen en leiders.
[00:23:00] Speaker B: Ja, die waren er heel veel gekomen.
[00:23:01] Speaker A: Ja, klopt. Ik vond die worship leader ook wel knaldarmig.
[00:23:05] Speaker B: Ja, die was ook heel goed. Hij ging ook helemaal los.
[00:23:09] Speaker A: Ik vroeg me af wat ze hier zouden doen in Nederland. Want hij zat te rennen, te springen. En had eerst dat hele officiële Nigeriaanse gewaad aan.
Maar op een gegeven moment dacht ik, moet je helemaal kapot zweten. En toen deed hij dat uit. En toen ging hij helemaal erin.
[00:23:28] Speaker B: En hij was al kleddernat.
[00:23:30] Speaker A: Ja, maar ik hou er wel van als iemand zich zo geeft en ervoor gaat. En hij bracht wel leven.
[00:23:37] Speaker B: Zeker weten, ja.
[00:23:39] Speaker A: En toen al die kinderen die kwamen.
[00:23:40] Speaker B: Ja, die vonden het ook geweldig. Die vonden het een eer om voor zo'n godsman op te mogen treden. En dat vonden ze echt fantastisch. Ze moesten ook aan het einde allemaal op de foto natuurlijk.
[00:23:53] Speaker A: Dat was leuk, dat was leuk. En ik vond het ook zo mooi dat... zoveel jaar geleden was ik daar, dus toen had hij die kerk net gebouwd. En toen hadden de kinderen ook wat. En dat was leuk. Maar nu, ik denk dat het wel vijf keer zoveel kinderen waren minimaal. Dus je ziet ook echt, het groeit natuurlijk.
[00:24:11] Speaker B: Ja, geweldig.
[00:24:12] Speaker A: En dat is fijn. En toen hadden we spitters dan de laatste campagne. Maar na de dienst gingen we even naar onze accommodatie toe en we zaten samen te eten. Ik zeg Patrick hoor je dat, ik hoor gerommel in de wolken, gedonder hoor ik. Ik zeg het gaat toch niet regenen?
[00:24:33] Speaker B: Ja, ik dacht Nigeria gaat het niet zo gauw regenen.
[00:24:37] Speaker A: En vooral dat gebied niet, want het is droog eigenlijk.
[00:24:39] Speaker B: Alles was droog, kurkdroog. Maar het barstte wel los.
[00:24:43] Speaker A: Het barstte los en je had zo'n tinne dak.
[00:24:46] Speaker B: Oh ja, het was zo hard. Zo hard. En het bijzonder is eigenlijk nog wel, het is natuurlijk niet echt een ontwikkeld land. Dus ja, alle stroom viel ook nog eens uit in de hele stad.
[00:24:59] Speaker A: En vaak als het zo regent, dan valt die stroom uit. En op een gegeven moment ik app broeder Abram. En ik zeg, broer die regen, die regen. Ik zeg, is dat niet, wat moeten we doen met de campagne? Want ik zag het wel als een probleem. Want ik weet in die landen, dan kunnen ze vaak niet meer komen natuurlijk. Maar hij reageerde zo positief, oh broeder.
Ik prijs de heren voor de regen. Want dit is de eerste regen van het jaar. En dat het precies komt, terwijl wij campagne hebben, is het teken van God dat hij zegen uit hemel stuurt. En hij ging nog door zo. Dat ik dacht, nou ja, oké, dat wordt dus heel anders opgevat hier. Maar dat is wel leuk eigenlijk.
[00:25:49] Speaker B: Ja, dat is wel bijzonder.
[00:25:51] Speaker A: In eenzelfde situatie zitten en de een kijkt er zo naar en de ander, want een Nederlander, en ik ben een Nederlander natuurlijk, die kijkt heel praktisch naar apparatuur.
[00:26:01] Speaker B: Apparatuur, ja dat dacht ik ook aan te denken.
[00:26:04] Speaker A: Apparatuur, vervoer, waar gaan de mensen dan zitten in de regen, omdat in Nederland Ja, is dit ook vaak dan een probleem, dan gaan ze niet in de regen zitten. Maar hij keek het heel anders naar. En dank de God voor de zegen. En gelukkig was het op tijd dat het weer droog werd. Maar toen we daar kwamen was er voor het podium toch een behoorlijke plas. Ik moest lachen, want jij...
Jij had je mooie schoentjes aan. Dat was ideaal natuurlijk. Maar goed, het was wat je had.
[00:26:42] Speaker B: Ik heb ze weer schoongekregen. Heb je ze weer schoongekregen?
[00:26:44] Speaker A: Dat denk je niet altijd als je naar die dingen gaat. Nee, daarom heb ik bepaalde schoenen. Die zijn alleen voor Afrika.
[00:26:51] Speaker B: Ja, dat is de wijsheid hier.
[00:26:53] Speaker A: Ik heb bepaalde schoenen, die zijn alleen voor Afrika. Ja, die zijn ook... Ja, ze zijn voor daar. Want daar... Het is de stoffen, de dingen, dan weet je gewoon... Maar goed. En ik vond het zo leuk, want die Abraham ging het podium om. En hij zegt... En dit was echt een woord van de heer. Het kwam humoristisch, maar ook heel krachtig over. Maar hij zag die poel met water daar en hij begon te vertellen over de poel van Bethesda. Waar de Engelderse heren nederdaalden en iedereen die in dat water kwam als eerste dan die werd gezond. En hij begon dat te vertellen en hij zegt de heer liepen zien iedereen vandaag die hier in het water komt die is gezond. Die zal gezond worden dus dat was geweldig. Je had trouwens dit shirt aangehouden daar.
[00:27:46] Speaker B: Ja, die kreeg ik van ze. Hij zit lekker ook.
[00:27:50] Speaker A: Ja, die heb je daar ook wel nodig in plaats van al die pakken. We hadden die laatste avond en ik vond het een knalavond.
[00:27:59] Speaker B: Dat was echt een knaller.
[00:28:02] Speaker A: En er waren veel mensen gekomen.
[00:28:04] Speaker B: Oh, het was weer zo druk. Geweldig, ja. En ook weer de fantastische boodschap.
En toen deed je aan het einde weer de uitnodiging en toen zei je, nou nu ga ik niet de voorgangers vragen, maar nu kom ik zelf naar beneden. En ik zat aan de andere kant van het podium en het trapje was aan de andere kant. En ik dacht, oh help, ik moet naar de andere kant, want ik moet foto's maken en ik moet gaan filmen. En ik rende eigenlijk naar de andere kant achterlangs. En voordat je al naar beneden was, toen stormden de mensen al naar voren. En ze drongen zich naar je toe om toch die handoplegging te krijgen. Nou, dat was echt geweldig. Ik heb daar wel mooie beelden van.
[00:28:46] Speaker A: Dus dat is heel bijzonder. Kijk, het gaat niet om mensen te eren en zo, maar ja, daar was echt een verwachting. Dat als de man van God, het gaat nou even niet om dat ik dat was, maar als de man van God zijn hand op me zal leggen of als ik hem zal aanraken, dan zal ik ontvangen. En die verwachting en hoe ze kwamen. En ja, en dat was eer, dan denken wij weer als Nederlandernaam, doe maar gewoon. Maar er stonden drie van die security om me heen. En die hielden zo elkaars armen breed om. Dan denk je, waar is dat voor nodig? Maar, man oh man zeg, de mensen die drongen zo naar me toe. Dat ik was echt bang dat ze, en kindertjes ertussen, ik denk ze pletten ze. En ik de hele tijd naar de menigte. Rustig, rustig, rustig. Ik kom, ik zal voor iedereen bidden. En ik maar. om me heen draaien, draaien en voor mensen. Het leek alsof er geen einde aan kwam.
[00:29:47] Speaker B: Nee, ze wilde maar.
[00:29:48] Speaker A: Dus mensen in de verte, die strekte hun hand uit, die wilde mijn hand pakken. Dus ik denk, nou dat is ook makkelijk. Dus ik gaf ze een hand, maar sommigen die pakten bijna altijd.
Ik wist niet meer hoe ik moest blijven staan. Maar ja dan voel je ook, weet je dat je ook voelt de ziekte van mensen als je ze aanraakt. Je voelt de ziekte soms.
[00:30:11] Speaker B: Maar je vertelt dat dat eigenlijk ook wel heel bijzonder is dat je dan toch weer dacht aan dat bijbelverhaal van die bloedvloeiende vrouw. Ja, dat was eigenlijk ook wel, als je daarover nadenkt, dat die vrouw die moest ook bij Jezus komen en dat was zo'nzelfde situatie. Want ze zeiden ook, we lopen schouder aan schouder en het is druk.
Maar deze vrouw die had zo'n verlangen om ook Jezus te ontmoeten. En die raakte dus ook de zoon van zijn kleed aan. En ja, hoe zal zij zich gevoeld hebben om zo ook verdrongen te worden?
[00:30:44] Speaker A: Nou, ik weet niet hoe... Kijk, en ik ben Jezus niet. Dus ik kan me even voorstellen hoe dat bij hem was. Dat was nog eens een veelvoud erger.
En hoe die vrouw daartussendoor, want het was nu al dat je eigenlijk... Sommigen die werden gewoon weggeduwd, vertrapt en zo. En zij op de knieën erdoorheen. Ja, dat kwam wel in me op, dat moment. En weet je Patrick, wij weten niet wat voor moeite sommigen hebben gedaan om daar te komen en te horen en dan dat gebed te krijgen. En God ziet dat en weet dat wel en hij eert. Ook naar wat jij zei die zondagmorgen, hij eert het verlangen wat in mensen zit om hem te ontmoeten. Dat antwoord beantwoordt hij. En ik geloof dat dat eigenlijk ook voor hier in Nederland is. Dat als mensen met een nood zitten, ook als ze nu kijken, als je kijkt nu naar dit programma en je hebt een nood, een probleem. En je uittrekt naar Jezus met luidgeroep. Hoe je het kan doen dat je het doet en naar Gods huis gaat. En voor je laat bidden, je laat salven met olie. Dan zal de Heer dat zien en ook beantwoorden.
[00:31:59] Speaker B: Absoluut, zeker weten.
[00:32:01] Speaker A: De volgende dag zijn we weer richting huis gegaan. Heb je nog iets van Abuja gezien?
[00:32:07] Speaker B: Ja, het was leuk om wat verschillende gebouwen te zien. En ook het lekkere eten daar even te proeven.
En dat was wel leuk.
[00:32:16] Speaker A: En we zijn weer veilig thuis. Bedankt voor het meegaan. Ik heb ervan genoten.
[00:32:22] Speaker B: Heel erg bedankt.